Deze coquilles met walnotencrumble is een perfect hapje om klaar te maken op een feestelijke dag. Het duurt niet lang, het is een smaakbom en het ziet er fancy uit.
In het recept maken we de pesto in een blender, maar eigenlijk wordt het nog lekkerder als je het in een ouderwetse vijzel maakt met stamper.
De coquilles worden kort gegrild in een oven of salamander, omdat zo de crumble lekker krokant wordt. Grill niet te lang, want dan wordt de coquille taai en dat is zonde. En nu, keukenschort aan en aan de bak!
Coquille met crumble van walnotenpesto
Porties: 8 coquilles
Ingrediënten
Voor de walnotenpesto:
- Handvol platte peterselie (bladpeterselie)
- Handvol walnoten (gepeld)
- Snufje zeezout
- 1 teentje knoflook
- 30 g pecorino (of Parmezaanse kaas)
- 75 ml extra vierge olijfolie (+ extra voor de ovenschaal in te vetten)
Voor de rest van het recept:
- 8 coquilles
- Snufje zwarte peper
- 4 el panko (of zelfgemaakte grof broodkruim)
- Enkele blaadjes cresson (voor de decoratie)
Instructies
Maak eerst de walnotenpesto:
- Rasp de pecorino fijn. Mix alle resterende ingrediënten in een blender. Voeg daarna de fijngeraspte pecorino toe en de olijfolie. Meng alles goed.
Maak nu de coquilles klaar:
- Verwarm de oven met grill voor op 220 °C. Giet een scheutje olijfolie in een ovenschaal. Kruid de coquille met wat zwarte peper en leg in de ovenschaal.
- Meng 4 eetlepels walnotenpesto met 4 eetlepels panko tot je een mooie crumble krijgt. Verdeel over de coquilles. Zet de ovenschaal bovenin de oven op 220 °C en grill 3 minuten tot de crumble krokant is geworden. Grill niet te lang, anders worden de coquilles taai.
- Werk af met wat cresson en serveer meteen.